Datum: 24-07-18
De vraag hoe je medewerkers vitaal en betrokken houdt, houdt velen bezig. Dat bleek mede uit de grote opkomst bij de workshop van Matthijs Steeneveld. Voor hedendaagse bedrijven is niet alleen het traditionele financiële kapitaal van belang, ook het psychologisch kapitaal gaat steeds zwaarder op de balans drukken. Het versterkt de veerkracht en helpt mensen op gezonde manier met stress om te gaan en hun prestaties te verbeteren.
Medewerkers die constant de schouders laten hangen en op het werk geen enkel initiatief meer nemen. Of medewerkers die zo zwaar onder de stress van het werk gebukt gaan, dat ze razendsnel opbranden en met een burn-out thuis komen te zitten. Organisatiepsycholoog Matthijs Steeneveld heeft het in de praktijk allemaal zien gebeuren. En in beide gevallen kun je spreken van een vorm van kapitaalvernietiging. Neem het ziekteverzuim door stress, dat volgens Matthijs rond de 36% ligt. Circa 1 miljoen werknemers hebben burn-out klachten en dat kost de samenleving € 1,8 miljard per jaar volgens CBS/TNO. Wat de schade is die ongemotiveerde medewerkers met fouten en ongelukken aanrichten is niet bekend, maar dat het eveneens een duizelingwekkend bedrag zal zijn, is evident.
Alle reden om in actie te komen dus. Matthijs werkt op basis van positieve psychologie. Daar wordt door sommigen soms wat lacherig over gedaan - “Oh, dus u komt ons gelukkig maken?!” - maar erligt een gedegen basis en het nodige wetenschappelijk onderzoek aan ten grondslag. Versterken van wat goed gaat en bouwen aan verbeteringen vormen de kern. De basis onder het psychologisch kapitaal (in Engelstalig vakliteratuur bekend als PsyCap) wordt gevormd door een viertal pijlers. Dat is optimisme, hoop, veerkracht en zelfvertrouwen. Tijdens de workshop lichtte Matthijs ze één voor één toe. “Hoop klinkt heel soft, maar het werkt wel. Hoopvolle mensen pakken méér aan en ondernemen meer actie.” En hoop kun je trainen. Zo kun je bij een reorganisatie mensen die hun baan gaan verliezen leren dat er ‘meer wegen naar Rome leiden’. Zodat ze niet bij de pakken neer gaan zitten, maar naar andere baanmogelijkheden zoeken en ze dus inzetbaar blijven.
Zorgen dat medewerkers betrokken zijn, betekent dat er ook ruimte moet zijn om fouten te maken. Dat heeft alles te maken met de pijler zelfvertrouwen. Hoe leert een jonge chauffeur goed autorijden? Door hem veel kilometers te laten maken. Zit je hem constant op de lip en ben je hem voortdurend aan het corrigeren, dan bouwt hij geen zelfvertrouwen op. Hij zal daardoor alleen maar onzekerder worden. Matthijs: "En dat geldt vaak ook op het werk. Om grote fouten te voorkomen, kan het soms goed zijn iemand kleine fouten te laten maken." Groeien door tegenslagen is eveneens een belangrijk aspect van de positieve psychologie. Veerkracht stelt mensen in staat op een gezonde manier met tegenslag om te gaan. Dat kan veel stress en dus uitval voorkomen. En ook veerkracht is aan te leren. Tegenslag wordt er niet minder erg door, maar je kunt mensen wel trainen hoe daar mee om te gaan. Zodat ze er minder last van hebben.
De effecten van positieve psychologie, zoals bijvoorbeeld leren van fouten, zijn veelvuldig onderzocht. Steeneveld haalde een onderzoek aan naar de gang van zaken in de operatiekamers in twee ziekenhuizen. In het ene werd w.l openlijk over fouten gesproken, bij de ander totaal niet. Aanvankelijk schrokken de onderzoekers, want de ‘pratende chirurgen’ bleken veel meer fouten te maken dan hun collega’s in het andere ziekenhuis, die hun snijwerk in stilte verrichtten. Dat was echter maar een deel van het verhaal. Waar openheid heerste werden ook meer meldingen genoteerd. Maar keek je vervolgens naar de gevolgen van de gemaakte fouten, dan waren de pati.nten in het zwijgzame ziekenhuis stukken slechter af. Met meer sterfgevallen en zwaardere complicaties als gevolg van fouten op de operatietafel. Matthijs: "Gevoelsmatig ligt het soms wat lastig om het over fouten te hebben, maar als je als organisatie veerkrachtig wilt worden en gericht bent op de langere termijn dan is het wel nodig."
Het gedachtegoed van de positieve psychologie lijkt intussen goed aan te sluiten op nieuwe opvattingen over veiligheidsonderzoek zoals van de Deense hoogleraar Erik Hollnagel, waarbij vooral gekeken wordt naar de dingen die wél goed gaan. Matthijs: "Uiteraard moeten we niet negeren wat er misgaat. Dat moet je als organisatie erkennen en daar leer je ook van. Maar het tot in detail analyseren van fouten kan ook een enorme ‘energy drain’ zijn. Die negatieve benadering geeft antwoorden en duidelijkheid, maar leidt niet altijd tot ‘jongens, schouders eronder, we gáán ervoor’. Het is toch een positieve benadering die de motivatie en energie brengt dingen te veranderen."
De workshop van Matthijs Steeneveld terugkijken?https://youtu.be/zOefW4wxXPk