Datum: 20-03-23
20.000 liter water voor 1 kilo katoen. Gemiddeld één vrachtwagen vol kleding die elke seconde wordt gedumpt of verbrand. Mensen die lange dagen werken onder erbarmelijke omstandigheden… De zwarte randen van de kledingindustrie worden steeds zichtbaarder. Toch verandert de branche maar heel langzaam. Té langzaam, vindt Daan Ubachs. "10% van de wereldwijde CO2-uitstoot is afkomstig uit de kledingindustrie." Daarom richtte Daan het duurzame kledingmerk Unrobe op. Hij gaat voor niets minder dan een revolutie in de kledingindustrie. Daarom richtte Daan het duurzame kledingmerk Unrobe op. Hij gaat voor niets minder dan een revolutie in de kledingindustrie.
Smeltende ijskappen, wereldwijde bosbranden en onmetelijke bergen afval. Het filmpje aan het begin van Ubachs’ presentatie zet direct de toon. De voice-over doet er nog een schepje bovenop: “Wij zijn de eerste generatie die weet dat we de wereld aan het vernietigen zijn en ook de laatste die er nog iets aan kan doen..” Het filmpje van het Wereld Natuur Fonds onderstreept de urgentie van Ubachs. “Het is vijf voor twaalf, maar we hébben nog een keuze!”
Uitknijpen.JPG)
Daan Ubachs werkte jarenlang in Azië, onder andere als inkoper van een groot Nederlands kledingmerk. Hij bezoekt in die tijd vele honderden fabrieken in onder andere China en Indonesië. Hij ziet veel goede dingen, maar ook heel veel slechte: enorme vervuiling door het dumpen van afvalwater, het uitdrogen van hele gebieden door waterslurpende katoenvelden en mensonterende werkomstandigheden in gevaarlijke fabrieken.
Na ongeveer acht jaar is hij toe aan de volgende stap. Hij wil zich ontwikkelen aan de fabriekskant en wordt business unit manager bij één van de grootste kledingproducenten van Indonesië. Hij produceert voor grote merken als Ralph Lauren, Calvin Klein en Hugo Boss. “We waren best ver in de ontwikkeling van duurzame en veilige productiefaciliteiten. Denk aan waterzuivering, volledig circulaire 'eco laundries' waar op een ecologische manier stoffen worden geverfd en veilige, verantwoorde fabrieken voor de werknemers. Designers van de grote merken waren vaak enthousiast, maar dan kwamen de harde onderhandelingen met inkopers waarbij iedereen tot op de laatste cent werd uitgeknepen. De kleinste leveranciers in de keten waren daar de dupe van. Uiteindelijk werd er toch weer in vieze, onveilige fabrieken geproduceerd.
Tijdloos
De afkeer van de industrie bracht Daan ertoe om terug naar Amsterdam te verhuizen en een eigen kledingmerk te beginnen. "We kleden de mode-industrie uit van haar slechte gewoonten. Daarom: Unrobe, Dressing people by undressing the industry.” Unrobe toont aan dat duurzame kleding ook sexy kan zijn en dicht bij huis (Portugal) geproduceerd kan worden tegen een eerlijke prijs. In tegenstelling tot veel andere kledingmerken en retailers, is Unrobe er niet op uit consumenten zoveel mogelijk te laten kopen. “Sommige merken brengen wel twaalf collecties per jaar uit. Wat je nu koopt, is volgende maand al niet meer in. En vanwege de snelle omloop, wordt kleding ook niet meer gemaakt om lang mee te gaan.
Het gevolg: we dumpen of verbranden één vrachtwagen per seconde met kleding die we niet meer nodig hebben. Dat is ongeveer een Empire State Building aan kleding per dag!” Kledingwinkels die korting geven wanneer je oude kleding inlevert, doen aan greenwashing, vindt Ubachs. “Ze hebben hetzelfde doel voor ogen: jouw méér laten kopen. Daarom maken wij alleen kleding met een tijdloos design, die jarenlang mee moet kunnen. Is het kapot? Breng het naar onze ateliers en we repareren het gratis.”
Biologisch katoen.JPG)
Unrobe sneed ook alle overbodige schakels uit de keten, waardoor de kleding tegen een eerlijke prijs kan worden verkocht. Het merk biedt via QR-codes in het label volledige transparantie in herkomst en prijsopbouw. “We gebruiken biologisch katoen met het Global Organic Textile Standard (GOTS)-certificaat. Daarnaast verbruiken we 70 tot 90% minder water dan de traditionele industrie en gebruiken we geen chemicaliën”, verzekert Ubachs. Ook verwerkt Unrobe gerecycled plastic en katoen in haar kleding. “Maar niet meer dan 50%, omdat we wel de levensduur van onze kleding willen garanderen. En waar het duurzaam kan, gebruiken we ook andere plantaardige vezels. Maar op dat vlak is nog veel ruimte voor ontwikkeling.” Een ander initiatief dat veel afval scheelt, is het made to order-principe. Kleding wordt eerst verkocht en daarna pas ingekocht. “Onze Heroes of Waste-collectie, een ode aan de Amsterdamse vuilnismannen, is daar een mooi voorbeeld van.”
Company fashion
Ondanks het bescheiden marketingbudget van Unrobe, haalt het merk toch regelmatig de publiciteit. De anti-Black Friday campagne van enkele jaren geleden staat nog bij veel mensen op het netvlies. ‘When clothes become cheaper than cheap, some people’s Friday will be blacker than black. Black Friday, someone’s gotta pay for it’, staat er op een afbeelding met twee jonge jongens die aan het werk zijn in een atelier. En ook de samenwerking met verschillende merken, influencers en BN’ers zorgt voor verspreiding van de duurzame boodschap.
De volgende stap in het verbreden van de missie en het vergoten van de schaal is de lancering van Unrobe Company Fashion. Duurzame, kwalitatieve, stijlvolle, circulaire en comfortabele bedrijfskleding. “We ontwerpen de kleding met zo min mogelijk prints en borduursels, zodat we het kunnen recyclen tot monogaren die we weer kunnen hergebruiken in bijvoorbeeld autobekleding.” De meest recente toevoeging aan het ‘assortiment’ is Unrobe Goods. “Zoals emaille serviessets van 100% gerecycled staal. Servies met een hele lange levensduur. Zo blijven we ons in verschillende richtingen ontwikkelen.