Datum: 19-04-23
Is het een persoonlijk beschermingsmiddel? Is het een machine? Het is… een exoskelet! Het uitwendige ‘skelet’ is aan een opmars bezig op de werkvloer. Toch ontstaat daar een uitdaging, stelt Business Developer bij Stichting Koninklijk Nederlands Normalisatie Instituut (NEN) Laurens Geense: “Het exoskelet moet voldoen aan de wet- en regelgeving. Maar aan welke?’’
“De eerste keer dat ik een exoskelet zag, moest ik toch aan de film Terminator denken”, lacht Geense. Iedereen die aanwezig is bij zijn presentatie, is getuige van een demonstratie. “Dit exoskelet is bedoeld om fysieke belasting in de onderrug te voorkomen. Het skelet verlegt de kracht naar de bovenbenen. Het is vooral van toegevoegde waarde bij repeterende bewegingen of vooroverstaan.”
Maatregelen
Fysieke belasting is een belangrijke oorzaak van ziekteverzuim. “En dan gaat het zowel over onder- als overbelasting”, legt Geense uit. “Maar we concentreren ons in het geval van exoskeletten op overbelasting.” Na het in kaart brengen van de risico’s, kan de oorzaak van overbelasting worden weggenomen door het toepassen van een technische, organisatorische of persoonsgerichte maatregel. De zogenaamde TOP-strategie. Technische hulpmiddelen zijn bijvoorbeeld til- of transportmiddelen. “Bij organisatorische maatregelen kun je denken aan het vaker nemen van een pauze, reorganisatie van het werkproces of taakroulatie tussen zware en lichtere taken. Persoonsgebonden maatregelen zijn uiteraard de persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM).”
Actief of passief?
NEN begeleidt het proces om te komen tot breed gedragen afspraken, legt dit vast in normen en zorgt voor certificeringsschema's en beheert deze. “Dit zorgt niet alleen voor veilige producten op de markt, maar ook dat innovaties bereikbaar worden en we markten toegankelijker maken voor deze producten. Bij exoskeletten staan we voor een uitdaging”, ervaart Geense. Er zijn verschillende soorten, zoals actieve en passieve exoskeletten. Actieve skeletten beschikken over een aandrijving, terwijl passieve werken met veren en dempers. Sommige worden als persoonsgebonden maatregel gebruikt op de werkvloer, andere als technische maatregel of in medische toepassingen. “Voor de meeste PBM is het duidelijk onder welke wet- en regelgeving ze vallen, maar in het geval van het exoskelet is de vraag of deze aangemerkt kan worden als een PBM en daarmee onder de PBM verordening valt óf dat deze onder de machinerichtlijn, de 'medical decive regulation' valt.
Testen
De machinerichtlijn stelt dat een machine een aandrijfmechanisme heeft, er minimaal één onderdeel kan bewegen of dat het apparaat een vermogensschakelaar heeft. Bij medische toepassingen is het hulpmiddel bedoeld voor therapeutische doeleinden of als hulpmiddel bij verwondingen of een handicap. Maar een exoskelet kan ook een persoonlijk beschermingsmiddel zijn, want het beschermt tegen één of meerdere gevaren die de gezondheid bedreigen. In dit geval overbelasting. “De grootste drempel voor de markt is dus het ontbreken van flankerend beleid. Is het een PBM? En is het noodzakelijk om op de werkvloer toe te passen? Als we daar als Europese commissie en in Nederland een uitspraak over kunnen doen, dan kunnen we de marktacceptatie vergroten. Ook kunnen we klasse- en type-indelingen opstellen. Waar beschermt het precies voor? Elke spiergroep kent een ander exoskelet. In hoeverre is het skelet van invloed op de belasting die ik kan hebben?”
Wat is het?
Ook helpt normalisatie en certificatie bij het vergroten van de marktacceptatie. "Een gebruiker weet dan dat het exoskelet voldoet aan de essentiële veiligheidseisen en waar hij het exoskelet bij kan en mag gebruiken Uiteindelijk leidt acceptatie tot schaalvergroting en lagere kosten. We streven naar een geharmoniseerd stelsel van afspraken over terminologie, type- en klasse-indeling, maar bijvoorbeeld ook over testmethodes, ergonomische aspecten, gebruik en hygiëne. Kortom: we wachten met smart op een uitspraak over wat het exoskelet nu precies is."